Vlak bij het drielandenpunt staat dit MLD vliegermonument :

Op de bronzen plaat het volgende :
Hier vonden den dood
den 27en juni 1932
luitenant ter zee 1e klasse C.A. Weemhof
Zeist 38 jaar
Sergeant-vliegtuigmaket-vlieger
W.J. Nijhof
Utrecht 30 jaar
Zij zijn gevallen bij de vervulling van hun plicht
Laat het een aansporing zijn om onze plicht tegenover het
Vaderland steeds met dezelfde toewijding en opoffering te vervullen Ter nagedachtenis van de omgekomen vliegers is ter plekke een momument opgericht. Het monument is opgetrokken uit steen. Eerst was het voorzien van een houten propeller. Deze is echter later vervangen door een exemplaar uit aluminium.
Het monument is opgericht op initiatief van de heer Stubach.

Nu rees bij mij de vraag waarom crasht een MLD toestel van de Kooy onderin Limburg..
Dus een en ander over dit voorval uitgezocht en we gaan daarvoor dus even terug in de tijd :
In de jaren na de Eerste Wereldoorlog werd bij wijze van werkverschaffing in de nabijheid van het Drielandenpunt te Vaals een stuk terrein vlak gemaakt en voor langere tijd verpacht aan de heer Stubach, de toenmalige eigenaar van de uitzichttoren, die het inrichtte als 'vliegterrein' zoals men dat in die jaren noemde.
In de jaren 1926 en 1927 werden hier belangrijke 'vliegdagen' gehouden. Wereldbekende vliegeniers als Fieseler, Peseke, Triebner, Jährling, Lammertz en Schoonbrood namen aan deze festiviteiten deel, waardoor het terrein internationale faam kreeg.
In 1928 waren er in verband met manoeuvres Nederlandse militaire vliegers met 20 vliegtuigen gestationeerd.
Lange tijd is er weinig nieuws over dit 'vliegterrein' te melden, totdat er in 1932 in de onmiddellijke nabijheid een vliegramp plaatsvond.
Over deze vliegramp zijn mij vooralsnog twee artikelen bekend:
Lokale krant d.d. 28 juni 1932
Decemberuitgave 1933 van "Onze Vloot"
Uit een lokale krant van dinsdag 28 juni 1932 komt het navolgende bericht:
Vliegtuigramp nabij VaalsHET MILITAIRE VLIEGTUIG D 19 STORT PLM. 20 M. VAN DE UITZICHT- TOREN IN HET PRUISSBOSCH NEER. - DE BEIDE INZITTENDEN, WAARONDER DE COMMANDANT VAN HET MILITAIRE VLIEGVELD DEN HELDER (DE KOOY) VRIJWEL OP SLAG GEDOOD. - WAT OOGGETUIGEN ONS VERTELDEN. - OP DE PLAATS DES ONHEILS.
Maandagmiddag half een is in de onmiddellijke nabijheid van de bekende Uitzichttoren te Vaals een zeer ernstig vliegongeluk gebeurd dat aan twee jonge menschen het leven gekost heeft. Omstreeks die tijd kwamen drie Nederlandsche militaire vliegtuigen uit het Noorden. Op weg naar de uitzichttoren bleek het den toeschouwers al spoedig dat een der vliegtuigen niet regelmatig vloog en lichtelijk schommelde. Dit vliegtuig vloog in het midden. Op een gegeven oogenblik zag men hoe het naar links zwenkte, blijkbaar om het rechtsche vliegtuig een mededeeling te doen. De drie vliegtuigen vlogen daarop om de uitzichttoren, waarbij het middelste vliegtuig naar omlaag vloog, naar men vermoedt om eene noodlanding te maken. De beide andere vliegtuigen vlogen door. De noodlanding schijnt echter door onbekendheid der vliegers met de situatie ter plaatse mislukt te zijn, waardoor men in een boschje, plm. 30 M. naast het vliegterrein terecht kwam. Door de botsing met den grond explodeere een der benzinetanks, waardoor het vliegtuig in brand vloog en de beide inzittenden jammerlijk in de vlammen omkwamen. De Vaalser en de Akensche brandweer, die spoedig ter plaatse waren, maakten de smeulende massa, welke van het vliegtuig was overgebleven nat. Toen de vliegtuigresten voldoende waren afgekoeld kon men den 35-jarigen 1e luitenant chef waarnemer, de heer Weemhoff, tevens commandant van het militaire vliegveld de Kooy, wiens stoffelijk overschot reeds geheel verkoold was, uit de machine halen, terwijl men het eveneens geheel verkoolde lichaam van den heer Nyhof, sergeant-waarnemer, vond, evenals de heer Weemhoff uit Nieuwediep afkomstig.
De eigenaar van de uitzichttoren, dhr. Stubach, waarschuwde dadelijk de autoriteiten. Ook de brandweer van Vaals en Aken had hij gewaarschuwd. De doktoren Ploem en Keunen die ook spoedig ter plaatse waren konden natuurlijk niets meer uitrichten, evenmin als kapelaan Prickaerts van Vaals, die ook spoedig ter plaatse was.
Ongeveer half vier arriveerde per vliegtuig uit den Helder de militaire dokter van 't vliegveld, terwijl tevoren de militaire dokter van het vliegveld Soesterberg, die juist in Venlo vertoefde, per auto gearriveerd was. In zijn gezelschap waren nog de vliegers die het verongelukte tweetal 's morgens te Vaals verlaten hadden en naar Venlo waren doorgevlogen en geland in de meening dat de D 19 een behouden noodlanding had gemaakt.
Naar wij vernemen, zouden heden de luitenant ter Zee 1e klasse, de heer Kallenfeld en den officier Teteringen overkomen om een deskundig onderzoek naar de oorzaak van de ramp in te stellen. De stoffelijke overschotten der beide verongelukte vliegers, die tijdelijk naar de R.K. Begr.plaats waren overgebracht zullen heden resp. Dat van den heer Weemhoff naar den Helder en dat van de heer Nyhof naar Zeist per auto worden overgebracht, in welke plaatsen de vliegers ter aarde zullen worden besteld.
De heer Weemhoff was gehuwd; de heer Nyhoff ongehuwd.

Wat ooggetuigen vertelden
Wij spraken allereerst op de plaats des onheils, de 16-jarige Vaalser knaap L. Halderes, die ons het volgende vertelde:
Ik liep op den weg naar het Vierlandenpunt toen ik de drie militaire vliegtuigen zag naderen. Zij cirkelden om de uitzichttoren, toen plotseling een der machines, die met D 19 geteekend was, kantelde boven het vliegveld.
Desniettemin vloog het vliegtuig nog enkele meters verder. Boven het Pruisbosch viel toen de machine plotseling recht omlaag in mijn nabijheid. Met een geweldige slag sloeg de machine neer. Te voren had ik gezien, hoe een der inzittenden naar buiten klom en zich met een arm vasthield, klaar om te springen. Deze vlieger had te voren zijn vliegerskap en bril omlaag gegooid, welke dan ook later door voorbijgangers gevonden werden. 't Schijnt echter dat hij niet gedurfd heeft. De machine viel op 'n boom van plm. 30 cM. Dikte, welke als een riet knapte Dadelijk vloog ik te hulp.
Hulp die niet baten kon
Ik sprong op het toestel. Door de geweldige botsing met den grond echter was een der benzinetanks met een machtige knal ontploft, waardoor de benzine over het voorstel der machine stroomde en vlam vatte. Terwijl de vlammen al begonnen te laaien, aangewakkerd door den wind, probeerde ik den bestuurder te verlossen. Deze bewoog even het hoofd en ik meende dat hij nog leefde. Hij zat echter vastgebonden en had den leeren jas over de riemen aangetrokken. Dit zou hem noodlottig worden. Want het gelukte me niet deze riemend daardoor los te knoopen, ook al niet omdat de hitte van de brandende machine mij in m'n werk steeds meer belette. Op een gegeven oogenblik moest ik zelfs vluchten en wilde ik zelf ook niet verbranden. Het leek mij dat de bestuurder toen dood was. De andere inzittende zag ik niet ...
De vlammen der machine sloegen meters hoog naar boven. Verschillende in den omtrek staande boomen brandden ook af.
Dit verhaal deed ons de flinke jongen, en toen hij ons later nog de machine toonde, wees hij er ons op hoe hij het doek weggescheurd had en stangen verbogen om den bestuurder toch maar te redden.

